Bridgeproblemen van Rob Stravers

Het antwoord

Als west – naast zijn vijf schoppen – een 3-kaart ruiten én een 3-kaart klaveren heeft, heb je geen probleem… Want dan kun je achterelkaar drie ruitenslagen, drie klaverslagen en vier troefslagen maken. De kans is echter groot dat west in klaveren of ruiten een 2-kaart heeft. Dan troeft hij de 3e slag in die kleur af en ga je met de drie hartenslagen kopje onder. Die aftroever kun je niet voorkomen door eerst vier keer troef te trekken (a), want west houdt dan zijn vijfde troefkaart over. De grote kans op een 2-kaart klaveren of ruiten maken de speelwijzen a en b tot minder kansrijk. Daarom zoomen we in op de speelwijzen c en d. * Als west een 2-kaart klaveren zou hebben en ♣ H troeft, troef je in dummy over. Daarna haal je met zuids twee schoppen ook de laatste twee troeven op van west en wint het trio ♦AHV de 8e, 9e en 10e slag. * Als west op ♣ H een klavertje bijspeelt, groeit daarmee de kans op een 2-kaart ruiten, zoals in de gegeven spelverdeling. Dat zou een aftroever betekenen van de 3e ruitenslag, dus een voorspelbare ondergang van ♦ V. Die dreiging hef je op door op ♣ H en de klaver bekennende west in dummy ♦ V op te ruimen! Op dat moment heb je de eerste vijf slagen in je zak. Je moet nu dus nog vijf slagen maken. De situatie is als volgt: Speel nu (naar) ♦ A en ♦ H; dan ♠10 naar zuids ♠ H en troef zuids laatste ruiten in dummy. Dat zijn dan al vier van de broodnodige vijf slagen. Zuids laatste schoppen maakt de 10e slag en daarmee het contract.